De tekening die hier aan de muur hangt dateert uit een latere periode, aan het eind van zijn carrière. In de jaren negentig richtte hij in Italië een fanclubblad op, waarin artikelen over zijn werk en zijn leven werden afgewisseld met herdrukken van oud werk. Dat alles onder een nieuw gemaakte cover. Op deze cover van Jacovitti Magazine #4 is alles te zien wat zijn werk typeert. De rubberen figuren met de grote neuzen en nog grotere voeten, de drukke, tegen de randen van het plaatje aanklotsende compositie, het uitbundige gebruik van geluidseffecten (onomatopeeën) en de vrolijke extras waarmee hij ieder hoekje en gaatje van zijn tekenwerk vulde. Het enige dat ontbreekt is een salami op beentjes, een van zijn absurde kenmerken. Wat je er ook aan kunt zien is de manier waarop hij werkte. Jacovitti tekende altijd heel groot en hij maakte de outline van zijn figuren niet in één keer. In plaats daarvan tekende hij iedere lijn twee keer en vulde daarna het midden op met een krasserig inktpennetje. De inkleuring deed hij daarna over het algemeen op de achterkant van de tekening. Dat kon omdat de dikke zwarte lijnen door het papier heen zichtbaar waren. Nederlandse stripmakers die zeggen beïnvloed te zijn door Jacovitti zijn René Uilenbroek, Mars Gremmen en Mark van Herpen.